de eiwittransitie

Eiwitten zijn voedingsstoffen; net zoals koolhydraten, vetten en vitamines. Alle voedingsmiddelen bevatten eiwitten, maar in sommige producten zitten er net wat meer. Plantaardige producten als peulvruchten, noten en granen bevatten relatief veel eiwitten. Net als dierlijke producten: vlees, zuivel en eieren. Het eten van veel dierlijke producten is echter schadelijk voor het milieu en de gezondheid. Daarom is het wenselijk dat we meer eiwitten gaan halen uit plantaardige producten en minder uit dierlijke. Dit heet ook wel de eiwittransitie.

In Nederland eten we meer vlees dan goed is voor onze gezondheid. Vooral een hoge consumptie van rood en bewerkt vlees verhoogt de kans op gezondheidsproblemen als darmkanker, hart- en vaatziekten, beroertes en diabetes. Rood vlees komt van zoogdieren, zoals koeien en varkens. Bewerkt vlees is behandeld om de smaak of houdbaarheid te beïnvloeden, bijvoorbeeld door roken, zouten, of het toevoegen van conserveringsmiddelen.

Het Voedingscentrum adviseert om niet meer dan 300 gram rood vlees per week te eten. En raadt de consumptie van bewerkt vlees helemaal af. Maar in de praktijk eten mannen gemiddeld 700 gram rood en bewerkt vlees per week. Bij vrouwen is dit bijna 500 gram. Een transitie naar meer plantaardige voeding is dus positief voor de volksgezondheid.

De vee-industrie verbruikt enorm veel energie, land en water. Dit komt onder andere door de grote hoeveelheid veevoer en de samenstelling daarvan. Zo eet één koe dagelijks gemiddeld 55 kilo gras en 5 kilo krachtvoer, waarvan 750 gram soja. Voor het produceren van 100 gram kipfilet is zelfs 109 gram soja nodig! Het is voor mensen dan ook veel efficiënter om eiwitten direct uit planten te halen.

Daarnaast kunnen we er ook simpelweg minder eten: we eten gemiddeld namelijk zeker 40 procent meer eiwit dan wenselijk is voor onze gezondheid.

Gemiddeld halen Nederlanders ongeveer 40 procent van hun eiwitten uit plantaardige voeding en 60 procent uit dierlijke producten. Met het Klimaatakkoord zet de overheid in op een daling van de totale eiwitconsumptie met 10 tot 15 procent in 2050. Voor 2030 heeft ze als doelstelling een aandeel plantaardige eiwitten van minimaal 50 procent.

Wakker Dier is ervan overtuigd dat dit sneller moet. En dat dit ook kan, mits voedselkopers – van supermarkten en cateraars tot bezorgdiensten en horeca – zich bewust gaan richten op minder dier, meer plant. Ongeveer driekwart van de Nederlanders wil minder vlees eten. Wakker Dier wil dat verkopers deze mensen helpen.

Daarom is onze doelstelling:

In 2030 is minimaal 60 procent van de eiwitten die supermarkten verkopen plantaardig en is de totale hoeveelheid eiwit die zij verkopen niet toegenomen.

Voor de periode tot 2030 zien wij de volgende tussendoelen:

Vanaf 2023 monitoren supermarkten hun eiwitverkoop en daarbinnen de verhouding dierlijk/plantaardig. Zij rapporteren de voortgang hierop minimaal jaarlijks openbaar.

In 2025 is minimaal 50 procent van de eiwitten die supermarkten verkopen plantaardig en is de totale hoeveelheid eiwit die zij verkopen niet toegenomen.