Opiniestuk: ‘Dierwaardig’ hongerlijden bestaat niet
Elke dag lijden honderdduizenden pasgeboren kuikentjes honger en dorst. Al tien jaar lang lopen er rechtszaken over maar de minister en sector zetten al die tijd al de hakken in het zand. Als zij deze eerste levensbehoeften al te ver vinden gaan, wat mogen we dan verwachten van de mooie beloftes over een dierwaardige veehouderij?
Kuikens worden machinaal uitgebroed in een soort ovens, met tienduizenden tegelijk. In zo’n broedkast is meestal geen voer of water. En de deuren gaan pas open als vrijwel alle kuikens uit het ei zijn. De oudste kuikens zijn dan al tientallen uren eerder geboren. Al die tijd lijden ze honger en dorst. Zelfs de sterfte loopt op. Maar de vee-industrie kijkt niet op een kuikentje meer of minder. Zijn of haar leven is immers maar een paar dubbeltjes waard. De rechter stelt Wakker Dier al tien jaar lang in het gelijk bij rechtszaken tegen deze voer- en wateronthouding bij kuikens. Toch blijven de minister en kipsector zich verzetten.
De hongerige kuikens zijn de lakmoesproef voor de beloftes uit het convenant dierwaardige veehouderij. Hoe ziet de Nederlandse landbouw er over twintig jaar uit? Dat wordt de komende maanden duidelijk. Het mestprobleem (stikstof) legt het hele land plat. ‘Tot de dood ons scheidt’, lijkt in delen van het platteland verworden tot ‘tot de schijt ons doodt’. Maar niet alleen op stikstof loopt de landbouw vast. De maatschappelijke kritiek op de plofkip, plofbig en plofkoe neemt toe. Een beestachtig productiesysteem moet weer dierwaardig worden.
Daarvoor heeft landbouwminister Adema de landbouwlobby aan de onderhandelingstafel geroepen. Samen bepalen zij de toekomst van de veehouderij. Maar als het basisrecht om water te drinken al moet worden bevochten tot aan de rechter, hoe moet het dan met de andere dieronwaardige aspecten van de vee-industrie? De kippen en konijnen in kooien, de kreupele stalkoeien, de weggebrande biggenstaarten en de ploffende kippen?
Achter de hermetisch gesloten deuren van de lobbytafels zijn al vele liters thee, koffie en broodjes verorberd. Maar het blijft nog zeer de vraag of de minister en de kippenboeren ook hun 500 miljoen kuikens eten en drinken gunnen. Het is alsof je de kerstkalkoen vraagt wat je het beste kunt eten met Kerst. Als het convenant dierwaardige veehouderij niet eens het recht op een eerste levensbehoefte voor pasgeboren kuikentjes borgt, dan mag het die naam natuurlijk niet dragen. Je kunt een kuiken immers niet dierwaardig uithongeren.