Verkleining mestberg creëert industriekoe
Koeien zullen nog meer melk moeten produceren en nog vaker permanent op stal blijven als het aan staatssecretaris Van Dam ligt. Hij wil wetgeving doorvoeren om het fosfaatoverschot, veroorzaakt door de enorme hoeveelheden mest, te verkleinen. Maar deze plannen zijn funest voor het welzijn van de koe: meer slachtingen van zwangere koeien, meer internationale veetransporten, minder weidegang en meer melk per koe. Dit concludeert Wakker Dier uit nieuw onderzoek van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) in opdracht van Wakker Dier. Wakker Dier roept daarom de Tweede Kamerleden op om de koe te beschermen. Ze kunnen beter kiezen voor het breed gedragen alternatieve plan “Grondgebonden melkveehouderij”. Dit plan is milieu- én diervriendelijk en betekent dat iedere boer genoeg land heeft om zijn koeien te laten grazen en de mest te verwerken.
Meer melk per koe
De nieuwe fosfaatwetgeving is in het leven geroepen om de milieubelasting te beperken van de alle poep die wordt geproduceerd in de melkveehouderij. Maar in de route die Van Dam hiervoor heeft uitgestippeld zitten veel perverse prikkels die het welzijn van de melkkoe in gevaar brengen. Zo stimuleert de regelgeving boeren om meer melk uit de koe te halen. De melkproductie is nu al torenhoog, ten koste van de gezondheid van de koe. Om die nog hogere productie te behalen, zullen ook meer koeien het hele jaar door op stal worden gehouden. Want in de stal heeft de boer meer controle op de topsportersvoeding van de koe.
Meer gesleep met drachtige koeien en kalveren
Als Van Dam zijn zin krijgt moet de veestapel te snel inkrimpen. Zo snel dat een deel van de koeien in het buitenland geslacht zal worden, omdat de capaciteit van Nederlandse slachthuizen waarschijnlijk onvoldoende is. Dat betekent meer lange-afstandtransporten voor koeien. Een deel van de koeien die zal worden geslacht, is (hoog)zwanger.
Ook leiden de plannen tot meer gesleep met kalveren over landsgrenzen. Een op de vijf melkveehouders heeft aangegeven de opfok van kalveren tot melkkoeien naar het buitenland te willen verplaatsen. Kalfjes geven namelijk nog geen melk maar poepen al wel. Ze dragen dus bij aan de fosfaatuitstoot waar de boer op wordt afgerekend. Geen kalfjes meer, betekent meer ruimte voor melkkoeien. Kalfjes opfokken in het buitenland zorgt ervoor dat (hele) jonge dieren op transport gaan. De kans dat deze kalfjes tijdens het opgroeien in de wei mogen grazen, is klein.
Zo kan het ook
De nieuwe wetgeving leidt dus tot opstallen en verdere industrialisering. Maar het kan ook anders. Afgelopen november werd het plan “Grondgebonden Melkveehouderij” gepubliceerd door een coalitie van diverse boeren-, natuur-, milieu- en zuivelorganisaties. Dit voorstel zorgt ook voor de benodigde afname van fosfaat, maar op een manier waardoor binnen vijf jaar alle melkveebedrijven grondgebonden zijn. Dat betekent dat ze genoeg grond hebben om koeien te weiden en alle mest zelf kunnen gebruiken. Helaas beschermt de staatssecretaris liever de industrie in plaats van de koe.
Nieuwe wetgeving
Tot 1 april 2015 werd de Nederlandse melksector in bedwang gehouden door een maximale productie: de melkquota. Omdat er geen goede vervanging van deze wet kwam, zijn melkboeren enorm gaan uitbreiden en daarmee groeide ook de uitstoot van schadelijk meststoffen. Regelingen om dit tegen te gaan werkten niet voldoende, waardoor Nederland binnen drie maanden de Europese uitstootmaxima overschreed. Het eerste plan van staatsecretaris Van Dam om dit te beperken werd afgekeurd door de Europese Commissie. Nu wil Van Dam vanaf 2018 een stelsel van rechten invoeren gebaseerd op de fosfaatproductie. Om dat te kunnen doen, moet eerst de sector in 2017 flink krimpen om de fosfaatuitstoot weer op een acceptabel niveau te krijgen. Uit het onderzoek van CLM blijkt dat deze maatregelen diverse potentiële nadelige gevolgen hebben. Wakker Dier vindt het onverteerbaar dat niet de roekeloze politici, banken, melkgiganten en boeren die verantwoordelijk zijn voor het fosfaatoverschot hiervoor opdraaien, maar de koe.