Vijf onsjes minder: vleesconsumptie op laagste punt

Beeld: supermarktschap met vleesvervangers
Nederlanders aten in 2024 gemiddeld 37 kilo vlees, blijkt uit nieuw onderzoek van Wageningen Social & Economic Research (WSER) in opdracht van Wakker Dier. De consumptie heeft hiermee het laagste punt bereikt sinds de start van de meting in 2005.

De vleesconsumptie daalde in een jaar tijd met een halve kilo. En in vijf jaar tijd met meer dan anderhalve kilo. “De daling gaat langzaam maar gestaag. De vleesindustrie is aan het doodbloeden,” zegt Collin Molenaar van Wakker Dier.

Beeld: grafiek met de gemiddelde vleesconsumptie per persoon in Nederland

Goed voor gezondheid

Onlangs bracht EAT-Lancet advies uit over de hoeveelheid vlees die we maximaal zouden moeten eten om de planeet leefbaar te houden: 45 gram per dag, oftewel ongeveer 16 kilo per jaar. Een daling in de vleesconsumptie blijkt niet alleen goed voor de planeet, maar ook voor onze gezondheid. Het kan wereldwijd jaarlijks 15 miljoen vroegtijdige sterfgevallen voorkomen.
Later dit jaar zal ook de Nederlandse Gezondheidsraad een advies uitbrengen over de maximale hoeveelheid vlees die we zouden moeten eten. Aan de hand van dit advies zal de Schijf van Vijf worden geactualiseerd.

Eiwittransitie supermarkten

In 2024 committeerden elf supermarktketens zich aan de eiwittransitie. Zij beloven minder vlees en zuivel te verkopen. In 2025 moet de helft van de eiwitten die zij verkopen plantaardig zijn en in 2030 moet dat 60 procent zijn. Daarmee zal de consumptie van vlees de komende jaren naar verwachting blijven dalen.

Rotleven besparen

Wakker Dier wil dat dit er minder vlees wordt gegeten, omdat er dan minder dieren worden gehouden. Molenaar: “Bij ieder eetmoment kunnen we dieren een rotleven in de vee-industrie besparen.” In Nederland eten we dagelijks meer dan 650 duizend dieren.

Onderzoek WSER

Wageningen Social & Economic Research onderzoekt ieder jaar de vleesconsumptie in Nederland. De cijfers hebben betrekking op de totale hoeveelheid vlees die jaarlijks in Nederland wordt verbruikt. WSER rapporteert daarbij het ‘karkasgewicht’, dus inclusief het gewicht van botten. Ruwweg de helft hiervan eindigt op een bord als vlees.